Skip to content

Begrippenlijst

Begrippenlijst Blaasinstrumenten en Accessoires

A

  • Alt-saxofoon: Een saxofoon met een lagere toon dan een sopraansaxofoon maar hoger dan een tenorsaxofoon, vaak gebruikt in jazz- en popmuziek.
  • Anches: Franse term voor rieten, de dunne stukjes hout die worden gebruikt in houtblaasinstrumenten zoals klarinetten en saxofoons.
  • Afstemming: Het proces van het aanpassen van de lengte van een instrument om de juiste toonhoogte te bereiken.
  • Ademsteun: De controle van de ademhaling om een constante luchtstroom te produceren voor een gelijkmatig geluid op blaasinstrumenten.

B

  • Bugel: Een blaasinstrument vergelijkbaar met een trompet, maar met een zachter geluid en een conische boring.
  • Bladmuziekstandaard: Een standaard waarop bladmuziek wordt geplaatst voor een muzikant om te lezen tijdens het spelen.
  • Bassethoorn: Een houtblaasinstrument, vergelijkbaar met de klarinet maar met een lagere toonhoogte, vaak gebruikt in klassieke ensembles.

C

  • Cornet: Een blaasinstrument vergelijkbaar met een trompet, maar met een conischere boring en een zachter geluid, vaak gebruikt in brassbands.
  • Concertina: Een klein harmonica-achtig blaasinstrument met knoppen of toetsen aan beide zijden, populair in Ierse en Engelse volksmuziek.
  • Cup mute: Een demper die in de beker van een koperen blaasinstrument wordt geplaatst om de klank te dempen en een gedempt geluid te produceren.

D

  • Demping: Het verminderen van de resonantie van een blaasinstrument om het geluid zachter of subtieler te maken, vaak gedaan met dempers of handen.
  • Didgeridoo: Een Australisch blaasinstrument gemaakt van hout, meestal uitgehold en versierd met traditionele Aboriginal-kunst, gespeeld met circulaire ademhalingstechnieken.
  • Dwarsfluit: Een hout- of metaalblaasinstrument met een rechte buis en gaten die worden afgedekt met vingers om verschillende tonen te produceren.

E

  • Embouchure: De vorming van de mond en lippen tijdens het spelen van een blaasinstrument, belangrijk voor het produceren van een helder geluid en het regelen van de toonhoogte.
  • Etui: Een draagtas of koffer waarin blaasinstrumenten veilig kunnen worden opgeborgen en vervoerd.

F

  • Fagot: Een houtblaasinstrument met een dubbel riet, vergelijkbaar met een hobo maar met een lagere toonhoogte, vaak gebruikt in klassieke ensembles.
  • Flugelhorn: Zie Bugel.
  • Frequentieregelaar: Een apparaat dat wordt gebruikt om de resonantiefrequentie van een blaasinstrument aan te passen voor het stemmen of manipuleren van geluidseffecten.

G

  • Geluidsdempers: Accessoires die worden gebruikt om het geluid van blaasinstrumenten te dempen, vaak gemaakt van materiaal zoals rubber of metaal.
  • Gitaarriem: Een riem die aan een blaasinstrument wordt bevestigd om het gemakkelijker te dragen tijdens het staan of lopen tijdens het spelen.

H

  • Hobo: Een houtblaasinstrument met een dubbel riet en een conische boring, vaak gebruikt in orkesten en ensembles.
  • Hoorn: Een koperblaasinstrument met een lange, kronkelende buis en een bekerachtige mondopening, vaak gebruikt in klassieke ensembles en brassbands.

I

  • Instrumentstandaard: Een standaard of houder waarop een blaasinstrument kan worden geplaatst wanneer het niet wordt bespeeld, om het veilig en georganiseerd te houden en beschadiging te voorkomen.

J

  • Jazzmondstuk: Een mondstuk voor blaasinstrumenten, vaak ontworpen met een grotere opening en een unieke vorm om een helder geluid en flexibiliteit te bevorderen bij het spelen van jazzmuziek.
  • Jupiter: Een merk van blaasinstrumenten, bekend om hun diverse assortiment van kwaliteitsinstrumenten, waaronder trompetten, saxofoons en klarinetten.

K

  • Klarinet: Een houtblaasinstrument met een enkel riet en een lange, taps toelopende buis met gaten om verschillende tonen te produceren.
  • Koffer: Zie Etui.
  • Koperblaasinstrumenten: Instrumenten gemaakt van metaal, zoals trompetten, hoorns en trombones, die geluid produceren door de trilling van de lippen van de speler tegen een mondstuk.

L

  • Ligatuur: Een metalen of plastic klem die het riet op zijn plaats houdt op het mondstuk van een blaasinstrument, belangrijk voor een goede afdichting en geluidsproductie.
  • Luchtstroom: De beweging van lucht door een blaasinstrument veroorzaakt door de ademhaling van de speler, essentieel voor het produceren van geluid.

M

  • Mondstuk: Het onderdeel van een blaasinstrument waar de speler zijn of haar lippen plaatst om geluid te produceren, vaak gemaakt van metaal, plastic of hout.
  • Mute: Zie Demping.
  • Muziekstandaard: Zie Bladmuziekstandaard.

N

  • Nikkelzilver: Een legering van koper, nikkel en zink die vaak wordt gebruikt in de productie van blaasinstrumenten vanwege zijn duurzaamheid en resonantie-eigenschappen.

O

  • Oefenboek: Een boek met oefeningen en studies voor blaasinstrumenten om techniek, toonvorming en muzikale vaardigheden te verbeteren.
  • Onderhoudskit: Een set van gereedschappen en materialen voor het schoonmaken, smeren en onderhouden van blaasinstrumenten om ze in optimale staat te houden.

P

  • Piccolo: Een klein blaasinstrument, vergelijkbaar met een dwarsfluit maar met een hogere toonhoogte, vaak gebruikt in orkesten en marsbands.
  • Pistonventielen: Kleppen gebruikt in koperblaasinstrumenten zoals trompetten en trombones om de luchtstroom te regelen en verschillende tonen te produceren.
  • Plektrum: Een accessoire gebruikt bij blaasinstrumenten met een mondstuk, zoals de gitaar of banjo, om snaren te plukken of te tokkelen.

Q

  • Quartventielen: Een type ventielmechanisme gebruikt in sommige koperblaasinstrumenten zoals de bastuba, waardoor spelers extra noten kunnen spelen zonder de buis van het instrument te verlengen.

R

  • Rieten: Zie Anches.
  • Rietbinder: Een metalen of plastic bandje dat wordt gebruikt om het riet op zijn plaats te houden op het mondstuk van een blaasinstrument.
  • Rietknipper: Een gereedschap gebruikt om het riet van een blaasinstrument op maat te snijden voor een optimale pasvorm en geluidsproductie.

S

  • Saxofoon: Een koperblaasinstrument met een enkel riet en een conische buis, beschikbaar in verschillende maten waaronder sopraan, alt, tenor en bariton.
  • Schoonmaakborstel: Een borstel gebruikt om het binnenwerk van blaasinstrumenten te reinigen, zoals de buizen en ventielen van trompetten en trombones.
  • Schuifventielen: Een ventielmechanisme gebruikt in trombones om de lengte van de buis te variëren en verschillende tonen te produceren.
  • Stemapparaat: Een elektronisch apparaat gebruikt om de toonhoogte van een blaasinstrument te controleren en aan te passen tijdens het stemmen.

T

  • Trombone: Een koperblaasinstrument met een schuifventielmechanisme om de buislengte te variëren en verschillende tonen te produceren, vaak gebruikt in jazz- en klassieke ensembles.
  • Trompet: Een koperblaasinstrument met drie pistonventielen, gebruikt in verschillende muziekstijlen, variërend van klassiek tot jazz en pop.

U

  • Ukelele: Een snaarinstrument met vier snaren, vergelijkbaar met een kleine gitaar, vaak gebruikt als begeleidingsinstrument bij blaasinstrumenten.

V

  • Ventielolie: Een smeermiddel gebruikt om de beweging van ventielen in koperblaasinstrumenten soepel te houden en slijtage te verminderen.
  • Vibrafoon: Een melodisch percussie-instrument bestaande uit metalen staven die worden aangeslagen met mallets, vaak gebruikt in jazz- ensembles.

W

  • Wolfgang Amadeus Mozart: Een beroemde Oostenrijkse componist uit de 18e eeuw, bekend om zijn bijdragen aan klassieke muziek en opera, waaronder werken voor blaasinstrumenten.

X

  • Xylofoon: Een percussie-instrument bestaande uit houten staven die worden aangeslagen met mallets, vergelijkbaar met een vibrafoon maar met een helderder en scherper geluid.

Y

  • Yamaha: Een bekend merk van blaasinstrumenten, inclusief saxofoons, trompetten, klarinetten en dwarsfluiten, bekend om hun kwaliteit en betrouwbaarheid.

Z

  • Zacht koffer: Een draagtas of koffer voor blaasinstrumenten, vaak gemaakt van stof of leer, om ze te beschermen tegen beschadiging tijdens het vervoer.
  • Zuigventiel: Een klepmechanisme gebruikt in sommige koperblaasinstrumenten om de luchtstroom te controleren en verschillende noten te produceren zonder de lengte van de buis te veranderen.